Wouter Beke maakt vanaf 2020 jaarlijks 270 miljoen vrij om de wachtlijsten in de zorg weg te werken – een bedrag dat verre van zal volstaan. Er is echter een manier om de wachtlijsten weg te werken zonder daarvoor extra budget uit te trekken. Daarvoor moeten we met de kam gaan door de zaken die we nu als overheid subsidiëren en overheidsmiddelen herschikken.
De overheid subsidieert met onze belastingen verschillende activiteiten, personen en organisaties, gaande van defensie tot onderwijs, omdat de kost ervan voor een individu te hoog is. Zo subsidieert de overheid ook de zorgsector. Ook de kostprijs van langdurige en intensieve zorg van personen met een handicap overstijgt ruimschoots het financieel draagvlak van een individuele persoon of gezin.
Men mag verwachten dat de overheid absolute voorrang geeft aan een beleid ten bate van haar burgers die zeer veel hulp nodig hebben bij hun dagelijkse activiteiten en ten bate van haar burgers die gehandicapt zijn. Op federaal niveau zorgt de overheid ervoor dat elke zieke de medische zorg ontvangt die hij of zij nodig heeft. Het is een recht dat niet wordt ingeperkt door budgettaire restricties. Die zijn er wel voor de zorg voor personen met een beperking, vandaar de befaamde wachtlijsten.
Het is inderdaad zo dat Welzijnszorg, naast Onderwijs, het departement is waar al vele jaren de sterkste groeivoet bestaat. Maar zelfs 1,7 miljard euro is onvoldoende. De Vlaamse regering besliste recent nog om vanaf 2020 jaarlijks 270 miljoen te besteden aan extra opvang, een bedrag dat initieel maar voorzien werd tegen 2024. Om dit cijfer enigszins te relativeren: het federale budget van de verplichte ziekteverzekering is 27 miljard.
Het simpele feit dat er in Vlaanderen nog zoveel mantelzorgers zijn, die hoofdzakelijk zelf de zorg moeten opnemen, wijst er op dat we allen samen niet genoeg doen voor die burgers. De vraag is hoe we dat kunnen oplossen. Au fond kan de overheid extra middelen voorzien door nieuwe belastingen, door schuldopbouw of door haar prioriteiten te herschikken. Daartoe kunnen een aantal heilige huisjes worden gesloopt. Want beleid moet niet alleen effectief zijn (het probleem oplossen), maar ook efficiënt (met de minst mogelijke inspanning het grootste effect hebben).
Ik heb een aantal concrete voorstellen om de wachtlijsten weg te werken. Volgens velen zijn het wellicht politiek onhaalbare voorstellen. En, ik geef toe, deze naïeve voorstellen zijn onhaalbaar indien men niet de moed of de overtuiging heeft om absolute voorrang te geven aan de Vlamingen met de grootste problemen. Maar die overtuiging heb ik wel.
OPTIE 1: MEER BELASTINGEN
Een 'gemakkelijke' oplossing is om extra middelen te voorzien via een extra belasting. Liefst dan een belasting die rekening houdt met alle inkomens, ook die uit vermogen. Liefst een belasting die in verhouding staat tot de financiële draagkracht. Dus zeker geen extra middelen door het verhogen van de zorgpremie voor de Vlaamse sociale bescherming. Want die laat iedere Vlaming hetzelfde bedrag betalen, los van inkomenshoogte.
In theorie lijken extra belastingen een 'gemakkelijke' oplossing. In de praktijk blijkt het al jaren geen politieke optie.
OPTIE 2: OVERHEIDSGELD HERSCHIKKEN
De vraag die we echter moeten stellen, is deze: is het asociaal om de vraag te stellen of niet al veel belastinggeld besteed wordt aan personen, bedrijven of organisaties die dat niet of alleszins minder nodig hebben dan de gezinnen met een gehandicapte zoon of dochter? En er vallen nog andere vragen te stellen. Zou het niet kunnen dat sommigen onder ons vandaag geld krijgen van de overheid dat ze in feite niet nodig hebben, of alleszins veel minder nodig hebben dan een gehandicapte persoon? Zou het zo erg zijn indien het ticket voor de opera iets duurder wordt, om alzo een paar miljoen te kunnen overhevelen naar de gehandicaptenzorg? Of was het nu echt het meest doelmatige beleid om iedereen 10 gratis treintickets te bezorgen?
Laten we daarom naast nieuwe middelen, ook eens met de kam gaan door de zaken die we nu als overheid subsidiëren. Laten we voor elke uitgave oordelen of ze niet beter, en met voorrang, gebruikt kan worden om de gehandicapte medeburger te helpen. Opnieuw een naïef voorstel, ik weet het, maar wel objectief als men echt sociaal en doelmatig wil zijn met de bekommernis om eerst de mensen te helpen die het meest in de problemen zitten. Mijn suggesties zijn dus zeker niet bedoeld om te besparen, wel om de middelen te verschuiven. Laten we daarom oplijsten of en waar er herschikkingen mogelijk zijn.
1. Laten we starten in de ziekteverzekering. Er zijn zieken die op jaarbasis slechts een of twee keer naar de arts moeten gaan. Toch krijgen ze de kosten van de raadpleging voor 75% terugbetaald, een 50 euro. Anderen daarentegen zijn zo zwaar ziek dat ze duizenden euro's kosten hebben, die niet of onvolledig worden terugbetaald.
Van de 27 miljard die naar de zieken gaat als terugbetaling, worden miljoenen besteed aan terugbetalingen van geringe kosten die de meeste burgers in feite zelf zonder problemen kunnen betalen. Uiteraard zijn er mensen met een laag inkomen waarvoor die terugbetalingen wel noodzakelijk zijn, en dus verder moeten worden verzekerd. Maar veronderstel dat we in functie van het inkomen een deel van die geringe kosten niet meer zouden ten laste nemen. Dan kunnen we volgens bepaalde scenario's tot 1 miljard euro besteden aan de zieken met wel zeer hoge kosten die nu niet worden terugbetaald. Door een verschuiving van terugbetaling van lage kosten naar hoge kosten, zoals de kosten voor opvang van gehandicapten, kunnen miljoenen euro's doelmatiger ingezet worden.
Sommigen vrezen dat hierdoor het draagvlak van de ziekteverzekering zou worden ondergraven. Maar wordt dat niet juist ondergraven omdat de bevolking ziet dat gehandicapten op wachtlijsten staan, dat de kleine Pia haar duur medicament niet door de ziekteverzekering wordt gedekt of dat ouderen hun woonzorgcentrum niet kunnen betalen?
2. Gemeenten en provincies innen eveneens vele miljoenen belastinggeld. Er worden allerlei ambtenaren in het leven geroepen – milieuambtenaren, sportconsulenten, consulenten vrije tijd, cultuurfunctionarissen, ... Is de hulp aan gehandicapten niet een hogere prioriteit? Kan een deel hiervan niet gerichter besteed worden aan de hulp en opvang van personen met een handicap in hun gemeente?
3. De ziekenfondsen vragen aan hun leden een verplichte jaarlijkse bijdrage, die minstens dubbel zo hoog is als de jaarlijkse zorgpremie van 52 euro voor de Vlaamse Sociale Bescherming. Kunnen de ziekenfondsen met die 550 miljoen euro niet meer doen inzake de opvang van hun gehandicapte leden? Een al te klein deel wordt gebruikt voor terugbetaling van hoge verzorgingskosten. Is het echt niet te overwegen om een pact af te sluiten tussen de ziekenfondsen en de Vlaamse regering om een deel van die bijdragen te investeren in de gehandicaptenzorg?
4. Vlaanderen subsidieert naast de diensten voor gezinszorg, die zieken en oudere zorgbehoevenden helpen, ook 1,4 miljard aan de subsidiëring van huishoudhulpen via het systeem van de dienstencheques. Zij doen het onderhoud van woningen van gewone, gezonde gezinnen. Wie heeft vanuit doelmatigheid het meeste nood aan overheidshulp: de gehandicapte die zelf niets alleen kan, of de tweeverdiener die gaat werken? Uiteraard is die hulp ook nuttig voor de tweeverdiener, maar hij echter wel financieel in staat om die zelf te betalen. De cijfers spreken voor zich: 61% van de burgers met een jaarlijks inkomen boven 100.000 euro inkomen krijgt subsidies voor hun huishoudhulpen, terwijl dit bij gezinnen met een jaarinkomen van 30.000 euro slechts 14% is.
5. Wat met al die subsidies aan het bedrijfsleven? Economen waarschuwen al langer dan vandaag voor subsidiegulzigheid van ondernemers. Er zijn meer dan 200 Vlaamse maatregelen voor subsidies aan ondernemingen. Op vijf jaar tijd verdubbelden de subsidies aan bedrijven tot 500 miljoen. Zijn al deze subsidies nodig? En zouden we die niet gerichter kunnen inzetten, bijvoorbeeld voor urgente sociale noden?
6. Ook in het sociaal beleidsdomein zijn optimalisaties mogelijk. Is de maandelijks betaling van 130 euro aan een zorgbehoevende in de Vlaamse zorgverzekering de meest doelmatige besteding? Dit is een forfaitair bedrag zonder enige relatie tot de reële kosten. Is het niet doelmatiger om die 450 miljoen gericht in te zetten op het aanbod van personen met een handicap? In plaats van aan 270.000 mensen kleine bedragen van 130 euro per maand te betalen is het doelmatiger om die 450 miljoen te besteden aan de opvang van 16.000 zwaar gehandicapten op de wachtlijsten.
7. En dan het grootste heilig huisje, de kinderbijslagen. Dezelfde redenering kan worden gevolgd voor de evaluatie van de doelmatigheid van de kinderbijslagen. Heeft iedereen die kinderbijslagen nodig om in bestaanszekerheid te leven? Is grotere doelmatigheid ook in die sector niet mogelijk? Opnieuw spreken de cijfers boekdelen: 3,9 miljard wordt nu uitgekeerd aan 890.000 gezinnen voor alle 1.565.000 kinderen. Van die 3,9 miljard gaat 197 miljoen naar 40.000 kinderen met een handicap via een bijzondere zorgtoeslag. Is het echt nodig dat alle gezinnen zonder enige inkomenstoets kindergeld ontvangen? De Vlaamse regering stelt vast dat op de 1,5 miljoen kinderen er 353.000 zijn wier inkomenssituatie van het gezin verantwoorden dat ze een sociale toeslag ontvangen. Waarom niet de kinderbijslag nog meer oriënteren naar de gezinnen die het echt moeilijk hebben, namelijk die met lage inkomens en die met kinderen met een handicap? En hebben de gezinnen met gehandicapte kinderen niet meer baat aan gespecialiseerde diensten en voorzieningen om hun gehandicapt kind op te vangen dan aan een forfaitair bedrag per maand dat de kosten toch niet dekt? Is het overigens voor de andere gezinnen niet eenvoudiger de kinderlast volledig op te vangen via de fiscale weg, die nu ook al rekening houdt met de kinderlast?
8. De grootste kost voor de opvang van gehandicapten is de loonkost, en in bijzonder de werkgeversbijdrage. Kan er geen turbo gezet worden op de vermindering van de werkgeverskost via een gerichte taks shift voor de non-profit? Sociale bijdragen, die een kost zijn voor de Vlaamse Gemeenschap, zijn de inkomsten van de federale overheid. Uiteindelijk worden de uitgaven van de federale overheid verminderd door extra tewerkstelling en door vermindering van de federale werkloosheidsuitkering. Een creatief samenwerkingsverband tussen het federale niveau en de Gemeenschappen moet hier toch zuurstof bieden om extra middelen vrij te maken die budgettair neutraal zijn? De financiering van de sociale zekerheid moet gebeuren uit meer inkomens dan alleen de sociale bijdragen op loon.
9. Er zijn organisaties en bedrijven, ook in de zorgsector, die door goed beheer erin slagen om een deel van de subsidies om te zetten in reserves. Zijn er geen methodieken om een deel van deze reserves, terwijl ze eigendom blijven van de organisaties, te activeren ten bate van de hele zorgsector, of bijvoorbeeld ten bate van sociale woningen of woningen voor mensen met een beperking? Kan men, in een model van een sociale coöperatieve, niet een deel van deze middelen gebruiken voor de opvang van bepaald noden? Tenslotte gaat het over overheidsgeld dat men best niet passief laat staan op een bankrekening. Een soort vermogensbelasting op organisaties en bedrijven die hoofdzakelijk werken met overheidsgeld.
TRANSPARANTIE OVER KEUZES
De wachtlijst in de gehandicaptenzorg is al jaren hét probleem voor elke minister van Welzijn. Nu struikelt ook Wouter Beke erover. Elke legislatuur voorziet de regering vele extra miljoenen, maar dat is al jaren onvoldoende. Vandaag schreeuwt de sector opnieuw om extra middelen. Een oplossing is extra belastingen in verhouding tot de financiële draaglast, maar een andere mogelijke weg is om die noden te beantwoorden door interne herschikkingen binnen de middelen die men als overheid nu al heeft. Zoals je in een gezinshuishouden de middelen vrijmaakt door op een andere uitgavepost te besparen.
Ik weet dat de vermelde suggesties politiek als onbereikbaar overkomen. Maar de nood is zo hoog dat alle mogelijke wegen moeten worden bekeken om de nodige gelden te voorzien. Ik durf gerust aan de bevolking de keuze geven in alle transparantie. Dit ware pas politieke vernieuwing. Laat ze maar op hun belastingbrief de keuze maken over hoe hun belasting verdeeld moet worden tussen geld voor de wachtlijsten en de zorgsector, de dienstencheques, de kinderbijslagen, subsidies aan de bedrijven, …
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.