Op 13 juni weten we wie de nieuwe sp.a-voorzitter wordt. Bruno Tobback of John Crombez krijgt het voorzitterschap van de partij in handen op een sleutelmoment in haar bestaan. Daarna moet blijken of de nieuwe voorzitter ook de nieuwe leider van de partij wordt. Na 25 jaar regeringsdeelname en met nog minstens 4 jaar oppositie voor de boeg, heeft de partij alvast heel wat denkwerk te doen. Omdat de intentieverklaringen van beide kandidaten relatief gelijk lopen, duiken Sampol-politicologen Carl Devos en Dave Sinardet samen met de twee kandidaat-voorzitters dieper in de toekomst van de partij. In een geanimeerd gesprek tussen de zittende voorzitter en zijn uitdager geven de verschillen zich stilaan bloot: "Ik ben het volstrekt oneens met Bruno dat we onze communicatie moeten richten op het politieke centrum".
De maanden na de verkiezingsnederlaag van 25 mei 2014 verliepen voor sp.a tumultueus. Na een reeks therapeutische sessies en moeizame partijbesturen werd beslist om de voorzittersverkiezing te verschuiven naar juni 2015. Een beslissing die zenuwachtigheid met zich meebracht; niet in het minst omdat John Crombez (41) zich al heel vroeg kandidaat stelde en Bruno Tobback (45) dat pas heel laat deed. Dat een zittend voorzitter wordt uitgedaagd door een vooraanstaand lid van de partij, is in de geschiedenis van sp.a ongezien. Sommigen verweten Crombez en Tobback de partij in de problemen te brengen door alle twee kandidaat te zijn; de meesten zagen in dit duel een ideaal moment om een volwassen debat te voeren waar het met de partij naartoe moet. Maar de partij echt dynamiseren deed de voorzittersstrijd vooralsnog niet. Beide kandidaten leken elkaar te sparen. Ook de strijd in de provinciale afdelingen werd vaak met de handrem gevoerd. Samenleving en politiek legt via dit dubbelgesprek bloot dat het debat veel rijker en boeiender is dan tot nu toe vaak werd verondersteld. Het lijkt bijna een positie in dat debat, maar de verschillen zijn er en ze zijn niet triviaal.
John Crombez:"Niet-leden hadden misschien meer dynamiek verwacht, maar uit de ronde bij de leden kwamen vooral vragen over hoe de partij moet werken, over hoe we standpunten moeten innemen, communiceren en uitdragen. Het is een item geworden te zeggen dat de verschillen tussen Bruno en mij klein zijn. Maar ik ben het daar niet mee eens. Anders had ik me geen kandidaat gesteld. Alleen: de verwachting was dat we extreem tegenovergestelde posities gingen innemen. Dat is onrealistisch. We zitten tenslotte allang in dezelfde partij en hebben een aantal van de voorbije inhoudelijke discussies samen gevoerd."
Bruno Tobback:"Ik ga niet ontkennen dat ik wat teleurgesteld ben dat er niet meer discussie is over waar we met de sociaaldemocratie in Vlaanderen naartoe moeten. Misschien ligt dat aan het feit dat er niet veel verschillen zijn. Ik had gedacht dat, als het zo belangrijk was om een tegenkandidaat te hebben, de verschillen groter zouden zijn. Als het is om hetzelfde te doen maar met een ander telefoonnummer hadden we ons de moeite kunnen besparen. We moeten opletten om de nuanceverschillen niet op te blazen tot grote orkanen - een van de mooie tradities van links. (lacht)"
John Crombez:"Als je onze intentieverklaringen naast elkaar legt, zijn er wel degelijk verschillen. Ik zou geen kandidaat zijn, moest ik vinden dat we verder kunnen zoals we bezig zijn. De partij moet een aantal dingen radicaal anders doen. De manier waarop we de partijwerking organiseren is te behoudend. We communiceren te veel met de handrem op. Kijk naar de vermogenswinstbelasting. We waren de eerste om dat op de politieke agenda te brengen, maar ook de eerste om de handrem op te trekken toen we tegenwind kregen."
Welke keuze maken de leden ten gronde als ze kiezen tussen Bruno Tobback of John Crombez?
Bruno Tobback:"Willen we een centrumlinkse beweging zijn met een breed draagvlak en mikken we daarbij op de fameuze socialisten die Steve Stevaert overal zag maar die het van zichzelf nog niet wisten? Of willen we bewijzen dat we zuiver in de leer links-links zijn? Partijpolitiek vertaald: zien we CD&V of PVDA+ als onze rivaal? Voor mij: het eerste. Ik sta voor het brede sociaaldemocratische verhaal waarbij we in de eerste plaats een partij als CD&V in het vizier nemen. Het is de enige manier om politiek voldoende gewicht in de schaal te leggen. Die keuze brengt een aantal consequenties met zich mee. Niet in het minst inzake de manier waarop je een boodschap brengt. Peter Mertens heeft niet de ambitie een kwart van de bevolking te overtuigen en kan radicaal communiceren. Voor een partij die die ambitie wel heeft, ligt dat moeilijker."
Explicieter dan in het verleden wijst u nu een duidelijke richting aan waar sp.a onder uw bewind naartoe moet.
Bruno Tobback:"Die boodschap zat ook al in mijn vorige intentieverklaring. Maar toen was PVDA+ nog niet zo relevant als we hem ondertussen gemaakt hebben; de frame waarin je communiceerde was anders. Deze politieke mars richting ligt trouwens in het verlengde van de keuzes die ik de voorbije vier jaar als voorzitter heb gemaakt. John noemt dat met de handrem op. Maar als je inzake belasting op spaargeld of aftrek van hypothecaire lening - zaken die de meerderheid van de bevolking raken - met de voeten vooruit gaat, heeft dat electorale consequenties voor een brede centrumlinkse partij."
‘Breed’ gaan, betekent minder scherp zijn. Is het niet pijnlijk dat het thema van de vermogenswinstbelasting uiteindelijk door CD&V op de politieke agenda is geplaatst?
Bruno Tobback:"Het is gemakkelijk om het sociale dwaallichtje te zijn in de huidige regering. Alleen: CD&V krijgt niets gedaan. Wij hebben in de vorige regering een massa maatregelen genomen; zo zijn de tarieven voor onroerende voorheffing en dividenden opgetrokken. In ons verkiezingsprogramma stond duidelijk dat we voorstander waren van een vermogenswinstbelasting. We hebben daar niet met de handrem over gecommuniceerd. Het is gewoon geen bepalend thema in de verkiezingscampagne geweest. Vandaag is het dat wel, precies omwille van deze schrijnend onrechtvaardige regering zonder socialisten die aan de ene kant de brede bevolking de keel dichtknijpt en aan de andere kant er een aantal laat ontsnappen."
John Crombez:"Ik ben het volstrekt oneens met Bruno dat we onze communicatie moeten richten op een breed bereik in het politieke centrum. De verschillen tussen Bruno en ik spelen zich af op twee punten: partij organisatorisch en inhoudelijk. Inzake partijorganisatie is het meest heldere voorbeeld de kwestie rond de decumul. Daar verschillen we erg van mening. Als ik voorzitter word, wil ik de decumul en de lijstvorming voor het einde van 2016 grondig met de leden bespreken en aanpassen. Ook inhoudelijk zijn er verschillen. We hebben in het verleden rond gevoelige thema’s wel degelijk af en toe de handrem opgetrokken. We moeten stoppen met onze standpunten te bepalen op basis van enquêtes. We moeten met een model komen waar mensen weer het geloof krijgen dat dingen kunnen veranderen. Dat was bij de verkiezingen van 2014 niet het geval. We zijn niet op volle sterkte naar die stembusgang gegaan. Na het congres van Leuven in juni 2013, waar onze nieuwe beginselverklaring werd goedgekeurd, vielen we helemaal stil. We hebben de kiezer er niet van overtuigd dat een stem op sp.a een verschil ging maken. Dat heeft veel te maken met de afvlakking die we intern maken. We moeten onze partij zo organiseren dat onze boodschap wel overkomt. En als te veel kiezers in het politieke centrum het daar lastig mee hebben, moeten we het hen potverdikke uitleggen. Daar heeft de partij een hele geschiedenis in."
Is hiermee de essentie van het verschil tussen jullie beiden blootgelegd?
Bruno Tobback:"We moeten opletten dat we onszelf niet naar een hoek drijven waar we niet horen te zitten. De idee dat sp.a de voorbije jaren alleen maar standpunten heeft ingenomen die niemand tegen de borst stuiten, dat is het laatste waar iemand me ooit van beticht heeft. Akkoord, als de helft voor en de helft tegen is, moet je klaar en duidelijk een kant kiezen. Maar als 90% niet voor een thema is en je er toch voor vecht, moet je achteraf niet klagen dat je bij verkiezingen maar 10% haalt. Sp.a moet de ambitie hebben om meer te zijn dan een zweeppartijtje. Peter Mertens mag content zijn met 4%, Meyrem Almaci met 8%, maar wij niet met 14%. Betekent dit dat we van elke boodschap de scherpe kanten moeten afvijlen? Neen. Op het congres van Leuven hebben we de allang aanslepende discussie over de hoofddoek klaar en duidelijk beslist: geen verbod. Idem voor de vermogenswinstbelasting: geen mens in de verkiezingscampagne die twijfelde dat we daar voor waren. Alleen: 90% van de Vlamingen heeft er niet voor gestemd."
John Crombez:"Nu bewijs je mijn punt, Bruno. Als zoveel mensen voor een vermogenswinstbelasting zijn, hoe komt het dat we de kiezers dan niet hebben bereikt?"
Bruno Tobback:"(opgewonden) Maar allez. De Vlaming is niet en masse voorstander van een vermogenswinstbelasting. Dat bewees de verkiezingsuitslag toch?"
Een standpunt inzake een bepaald thema en de keuze voor een bepaalde partij overlappen toch niet noodzakelijk?
Bruno Tobback:"(kalm) De suggestie dat sp.a niet duidelijk is in haar standpunten over belastingen, klopt niet. Dat er in de regering-Di Rupo een staatssecretaris voor fiscale fraude was, was omdat ik dat onderhandeld heb. Tegen het advies in van mijn wijze, goede vriend Steve Stevaert hebben we het verhaal dat socialisten moeten zwijgen over belastingen achter ons gelaten. Anderzijds moet je nuchter genoeg zijn: in drie jaar tijd krijg je de tanende geloofwaardigheid van de staat, en dus de tanende bereidheid om belastingen te betalen, niet bijgestuurd. Dat heeft tijd nodig. En je krijgt dat al zeker niet bijgestuurd als je er nog veel straffer over communiceert. In dat geval had in 2014 niet Bart De Wever maar Peter Mertens 32% gehaald."
John Crombez:"Ik ben het ermee eens dat er een probleem is met de geloofwaardigheid van onze instellingen. Maar onze partij heeft evenzeer een probleem van geloofwaardigheid. Het klopt: socialisten en belastingen, dat is in het verleden geen gemakkelijk huwelijk geweest. Maar we hebben de voorbije jaren te weinig kiezers overtuigd van het feit dat er te veel belastingen worden betaald op arbeid en te weinig op vermogens. We trokken al te veel de handrem op toen we merkten dat de bevolking er niet klaar voor was. Sp.a moet niet remmen. Waarom zouden kiezers geïnteresseerd zijn in ons als we er zelf niet vol voor gaan? Waarom zouden ze geïnteresseerd zijn in ons als we niet in staat zijn toe te geven dat we de voorbije jaren een aantal zaken niet goed hebben aangepakt?"
Een van die zaken is het ‘voor wat, hoort wat’-discours dat de partij heeft ontwikkeld. Is dat een socialistisch verhaal?
Bruno Tobback:"Voor mij betekent solidariteit: in ruil voor wat je krijgt bereid zijn iets te geven. ‘Voor wat, hoort wat’ dus. In mijn intentieverklaring staat dat we moeten nadenken over vormen van basisinkomen, maar ik ben niet voor een onvoorwaardelijk basisinkomen. Het is niet de bedoeling iemand een uitkering te geven om uit de samenleving te stappen. Dat is a priori onsocialistisch. Er moet altijd een vorm van return zijn, een bijdrage aan de samenleving: zorgen voor zieke kinderen, helpen bij Natuurpunt, wat het ook moge wezen. Een basisinkomen kan iemand de vrijheid geven om die keuze vrijer te maken, los van pure financiële noodwendigheden die dwingen in gebroken shiften bij Starbucks voor een appel en een ei te gaan werken. Daarom ben ik voor een discussie over het basisinkomen. Maar ‘onvoorwaardelijk’, dat bestaat niet in een solidaire samenleving."
Vraag is of een socialistische partij zo sterk de nadruk moet leggen op het ‘voor wat, hoort wat’-discours zoals sp.a de voorbije jaren deed?
Bruno Tobback:"Natuurlijk wel. Als je de verdediger wil zijn van solidariteit, moet je er de eerste verdediger van zijn. Indertijd waren de strengste controleurs van de sociale zekerheid de bodes van de mutualiteit. Die tolereerden niet dat iemand profiteerde van het geld dat de rest met veel moeite had samengebracht. Kijk, sp.a moet ambitieus durven zijn. Gaan we onszelf blijven troosten door iemand levenslang een werkloosheidsuitkering te geven, of zoeken we voor die persoon een andere oplossing? Wat mij betreft dat tweede. De beslissing van de regering-Di Rupo om de werkloosheidsuitkering degressief te maken in de tijd past in dat verhaal. Niet in de karikatuur die Liesbeth Homans ervan maakt. Wel in de geest van Monica De Coninck, die uit haar ervaring van het OCMW Antwerpen weet dat je met begeleiding en bijscholing veel meer kans hebt om mensen naar de arbeidsmarkt toe te leiden."
John Crombez:"Met deze discussie ontbloot zich een verschilpunt bis tussen Bruno en ik. Voor mij discussiëren we te veel mee op het terrein van rechts. Dat was duidelijk in de discussie rond de mantelzorgende werklozen. Socialisten moeten durven stellen dat een werkloze met een ziek kind recht heeft op een deftig inkomen waarvan die kan leven. En geen 260 euro per maand zoals nu het geval is, want dat betaalt met moeite de dagelijkse maaltijd van de ouder in de kliniek. We durven niet meer zeggen dat we daarvoor extra geld moeten uittrekken."
Bruno Tobback:"Durf jij dat dan niet meer?"
John Crombez:"We hebben het alleszins niet gedaan in de discussie over de mantelzorgende werklozen."
Bruno Tobback:"Toch wel. Wanneer niet dan?"
John Crombez:"We zeiden dat die 260 euro behouden moest blijven, mits het voorleggen van een medisch certificaat. Dat noem ik meediscussiëren in de termen van rechts. Bruno heeft gelijk: op dit moment is een groot aantal Vlamingen ervan overtuigd dat er te veel profitariaat is. Toch moet sp.a durven zeggen dat er meer mistoestanden zijn door het feit dat mensen die een tegenslag hebben, benadeeld worden dan dat er problemen zijn met het profitariaat. Als wij dat niet meer zeggen, wie dan wel? Mensen die chronisch ziek zijn moeten we niet elke maand voor een artsentribunaal zetten, maar een onvoorwaardelijk inkomen garanderen. Onvoorwaardelijk. Daar zijn we welvarend genoeg voor. Ik verwacht geen ‘plichten’ van mensen met een zwaar ziek kind of chronisch zieken die niet meer kunnen werken. We moeten af van de huidige situatie dat het controlesysteem belangrijker is dan de bescherming zelf. Waarom doen we meer controles op mensen die ziek zijn dan op multinationals?"
Bruno Tobback:"Voor we in een rare discussie terecht komen. Je moet geen verschillen zoeken waar er geen zijn, John. Inzake de chronisch zieken verschillen we niet van mening."
Concreet: zijn jullie op vandaag voor of tegen de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering of de beperking van het recht op een inschakelingsuitkering, twee maatregelen genomen onder Di Rupo I?
John Crombez:"Ik sta nog altijd achter de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering die we onder Di Rupo hebben ingevoerd, maar ben tegen wat nu op tafel ligt. Inzake de beperking van het recht op een inschakelingsuitkering moeten we durven toegeven dat het niet de beste beslissing was. We hebben dat trouwens, redelijk snel na invoering, al gecorrigeerd."
Bruno Tobback:"Ook ik sta nog altijd achter de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen zoals door de regering-Di Rupo beslist."
Is het niet vreemd om de beslissing van Di Rupo I inzake de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering te blijven verdedigen en nu die onder Michel I een beetje verder gaat af te schieten?
John Crombez:"Neen. Want toen we zelf in de regering zaten, konden we werken aan een systeem dat nog altijd rechtvaardig was. De maatregelen inzake degressiviteit zoals wij ze beslisten, gaven nog altijd de kans om op een redelijke manier werk te zoeken zonder dat je uit de boot viel mocht het niet lukken."
Wat is het voornaamste probleem waar onze sociale zekerheid vandaag mee kampt?
Bruno Tobback:"Dat is dat ze voor een hele hoop mensen onverstaanbaar en daardoor onaanvaardbaar is geworden. Mensen begrijpen de mechanismen achter solidariteit niet meer. Dat heeft niets te maken met op het speelterrein van rechts te zitten, zoals John stelt. We moeten solidariteit weer transparant en verstaanbaar maken. Als je aan de mensen de helft van hun inkomen vraagt, ook aan diegenen die weinig verdienen, moet je de solidariteit kunnen uitleggen. Omwille van de complexiteit van het systeem en omwille van de huidige superdiversiteit - de andere olifant in de kamer die socialisten in het verleden liever niet te veel benoemden -, is het vermoeden van onschuld dat nodig is om de solidariteit in stand te houden, weg. Dat is leuk voor rechts. Met een handig gekozen voorbeeld slagen ze erin een volledig systeem van solidariteit onderuit te halen. Denk aan de gepensioneerde met een pensioen van 3000 euro die gratis op de bus rijdt."
Verschillen jullie inzake diversiteit van mening?
Bruno Tobback:"Op het congres van Leuven (2013) maakten we duidelijke keuzes. Ik ben voor individuele godsdienstvrijheid, maar opnieuw: alles vertrekt vanuit ‘de’ samenleving. Ook het diversiteitsverhaal is alleen maar oplosbaar vanuit rechten en plichten. Er is het recht om een hoofddoek te dragen maar ook de plicht om de rechten van de anderen te respecteren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan die van holebi’s of niet-gelovigen. Maar de hoofddoek is een randdiscussie. Ons probleem is niet of vrouwen wel of niet een hoofddoek mogen dragen achter het loket. Wel dat je in dit land nog altijd geboren kunt worden, naar school gaan, de taal perfect kennen en drie diploma’s halen, maar nog altijd gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt omwille van uw afkomst. Dat is het echte probleem."
John Crombez:"Als ik voorzitter word, blijft het partijstandpunt over de hoofddoek behouden. Het is belachelijk dat een schoonmaakster achter het loket haar hoofddoek mag ophouden en een bediende voor het loket de hoofddoek moet afnemen. Dat heeft niets meer met neutraliteit te maken. Bruno heeft gelijk dat de hoofddoek bijzaak is. Het verhaal waar het is misgelopen tussen sp.a en een deel van onze achterban, is veel concreter: in de probleemwijken hebben we geen coherent verhaal verteld dat een oplossing voor het samenleven in zich droeg. Voor mij is een duidelijke gemeenschapsafbakening, zoals ook door socioloog Mark Elchardus bepleit, erg belangrijk: als wij die niet kunnen benoemen en ertegen reageren, gaan we een probleem blijven hebben."
De superdiversiteit in de steden is al een tijdje realiteit, maar dat heeft sp.a te lang miskend?
John Crombez:"De partij heeft haar diversiteitsbeleid te lang niet geconcretiseerd, waardoor de discussie over de hoofddoek het overheersende beeld is waar de partij inzake diversiteit wel of niet voor stond. En laat ons eerlijk zijn. Door te zwijgen hebben we twee keer verloren: in de gemeenschappen die het belangrijk vonden om te weten wat we over de hoofddoek vonden en in de gemeenschappen die het belangrijk vonden om te weten wat we gingen doen aan de complexe samenlevingssituatie."
Bruno Tobback:"Niet akkoord. Het probleem was niet dat de partij erover gezwegen heeft. Het probleem was dat de partij lange tijd verdeeld was wat ze over de diversiteitsproblematiek moest zeggen. Er was het Antwerpse model versus het Gentse model. Ik geloof niet in gemakkelijkheidsoplossingen of -slogans. Ik draai al een tijdje mee in de partij en herinner me de reacties op een andere Tobback toen die koos voor de flinkse aanpak, de lijn-Elchardus zeg maar. We struikelden niet over protest in Vlaanderen, maar over protest in de eigen partij."
Als Bart De Wever forse uitspraken doet over Berbers, moet sp.a dan de partij zijn die daar frontaal tegenin gaat?
Bruno Tobback:"Maar dat hebben we gedaan. Net zoals we dat deden toen hij stelde dat racisme een probleem is van de vorige eeuw. Onze uitdaging is niet te pingpongen met Bart De Wever, wel om de rest van Vlaanderen te overtuigen van het feit dat uw buur misschien wel een moslim is maar eveneens bijdraagt aan onze samenleving. Als we er niet in slagen dat duidelijk te maken aan deze twee buren die elkaar vandaag fundamenteel wantrouwen, kunnen we onze hele sociale zekerheid vergeten. Dan blijft alleen solidariteit als liefdadigheid over, in de geest van de Britse conservatieve denker Theodore Dalrymple. We zitten middenin een technologische omwenteling die de ongelijkheid concentreert. Aan de onderkant van de samenleving moet stilaan iedereen aanklampen. ‘De ander’ is dan snel de zondebok. Hoe vaak word ik niet aangesproken door sp.a-leden die bij mij komen klagen dat hun uitkering te laag is door ‘die bruin mannen’. Dat zijn onze eigen leden, he."
John Crombez:"Niet alleen mensen onderaan de maatschappelijke ladder. Op scholen, waar je de superdiversiteit het meest ziet, maken ouders die het goed hebben zich minstens evenveel zorgen als de ouders die moeten aanklampen. Sp.a moet sterker worden in micropolitiek. Eerder dan de multiculturaliteit te gaan uitleggen, moeten we actievere politiek voeren, standpunten innemen. Ik ben bijvoorbeeld voorstander van een verplichte kinderopvang op jonge leeftijd. Daarom niet de hele week, maar wel voor alle kinderen. Een mogelijkheid is om daar een stuk kindergeld van afhankelijk te maken."
In de intentieverklaring spreken jullie beiden de hoop uit dat de partij een onderdeel wordt van een ruimer netwerk. Wie hebben jullie daar voor in gedachten? En hoe doe je dat concreet?
Bruno Tobback:"Het gaat niet zozeer over ‘spreken met’, maar eerder over ‘luisteren naar’. Dat hadden we meer moeten doen toen we in de regering zaten, maar de cultuur is misgroeid. Jarenlang ging ik, als voorzitter en daarvoor als minister, overal uitleggen wat we deden. Nu we in de oppositie zitten, krijgen we de gelegenheid om meer te gaan luisteren. Naar de vakbondsman aan het piket. Naar Hart boven Hard. Al hoop ik dat daar meer ideeën en minder protest uit komt dan nu het geval is. Misschien kan Hart boven Hard uitgroeien tot een discussieplatform over het basisinkomen."
John Crombez:"We moeten onze partij zo organiseren dat we actief naar groepen mensen kunnen trekken. Daarvoor heb je sterke afdelingen als antennes nodig. Er zijn afdelingen die te weinig ondersteuning krijgen, waar te weinig militanten en bestuurders zijn. Die blinde vlekken moeten we wegwerken. De talloze initiatieven in de samenleving hebben te vaak de indruk dat ze de politiek niet kunnen bereiken. We moeten dus, één, die mensen de hoop geven dat dit wel kan. En, twee, de rol van facilitator op ons nemen. Zoals we met de groepsaankopen voor elektriciteit doen: informeren, zitdagen in afdelingen organiseren, huis aan huis formulieren uitdelen, enzovoort. Het vergt een organisatie waar sterk uitgebouwde afdelingen voldoende ondersteuning krijgen van de partij."
Een ander onderwerp dat blijft terugkomen, is een mogelijke samenwerking met Groen.
Bruno Tobback:"Ik ben het met Daniël Termont met niet veel dingen oneens, maar wel met zijn standpunt dat we zo snel als mogelijk met Groen moeten samenwerken ‘omdat het anders niet zal lukken’. Ik wil met iedere progressieve kracht samenwerken, maar wel vertrekkende van een beetje geloof in wat we zelf te vertellen hebben. Sinds het congres van Leuven staan we daarvoor inhoudelijk sterk genoeg in ons schoenen."
John Crombez:"We zitten in een tijdsgewricht dat progressieve partijen geen kans mogen laten liggen om samen te werken. In welke vorm dat gebeurt - een gezamenlijke lijst, kartel, lijstverbintenis - interesseert me veel minder dan dat het gebeurt. De echte Zweedse coalities, die in Zweden dan, doen het al jaren op die manier: rechtse en linkse blokken formuleren gemeenschappelijke objectieven die niet in een regeerakkoord mogen ontbreken. Je hoeft daarvoor geen gezamenlijke partij of kartel te vormen. De samenwerking met Groen is organisch aan het groeien. In het Vlaams Parlement zitten we nu een half jaar samen in de oppositie en dat gaat goed. We overleggen inzake standpunten en communicatie, dienen samen amendementen in, voeren gezamenlijk actie, enzovoort."
Dat is het Vlaamse Parlement. In de Antwerpse gemeenteraad en het federaal parlement wordt Groen stilaan de stem van de oppositie.
John Crombez:"Niet akkoord."
Bruno Tobback:"Ik lees nu al een tijdje dat Groen de leiding aan de linkerzijde aan het nemen is en dat Kristof Calvo de god van het federale parlement is. Akkoord, Groen straalt dynamisch zelfvertrouwen uit en ja, Calvo is een politiek talent, maar Groen blijft nog altijd maar half zo groot is als sp.a. Natuurlijk zou ik liever hebben dat sp.a de enige partij aan de linkerzijde is, maar we zijn sterk genoeg om niet de hele tijd op Groen te focussen. Bovendien is onze fractie in de Kamer minstens even goed als hun fractie, los van wat de gazet schrijft."
John Crombez:"Als we het echt menen dat het belangrijk is dat we samenwerken om inhoudelijke punten binnen te halen, maakt het niet uit wie er eerst op radio of tv verschijnt. Vergeet ook niet dat sp.a uit jarenlang beleid komt. Dan is het niet onlogisch dat de media voor bepaalde dossiers de eerste reactie bij Groen haalt."
Samenleving & Politiek, Jaargang 22, 2015, nr. 5 (mei), pagina 54 tot 64
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.