De moord op Theo Van Gogh verhoogde de spanning tussen moslims en niet-moslims. Islamitische instellingen in Nederland werden het doelwit van pogingen tot brandstichting. Moslims werden op straat uitgejouwd, bespuwd en zelfs afgetuigd. De onhandige vice-premier Gerrit Zalm (VVD) gooide olie op het vuur door de oorlog uit te roepen: ‘Het is een aanval op de rechtstaat. We verklaren de oorlog terug.’ Een aantal Nederlanders interpreteerden de uitspraak van Zalm nogal letterlijk. Meer dan twintig moskeeën en islamitische scholen gingen in vlammen op. De gewelddadigheden tegen moslims en hun instellingen deden sterk denken aan de gebeurtenissen na de aanslagen in New York op 11 september 2001. Ook toen werden verschillende islamistische scholen en moskeeën in Nederland het mikpunt van brandstichters en vandalen.
Opvallend na de moord op Van Gogh was de coming out van de conservatieven. De zelfverklaarde verlichtingsdenkers uit de Lage Landen zoals Paul Cliteur, Andreas Kinneging en Frits Bolkenstein lieten in hun offensief geen kans onbenut om de onverzoenbaarheid van de islam met westerse waarden en normen te benadrukken. Zij stelden de strijd tussen het democratische Westen en het islamitische oosten niet voor als een politiek en ideologisch conflict, maar als een culturele, etnische en religieuze confrontatie. In hun ogen zou niet langer de communistische ideologie, maar de achterlijke islamitische beschaving een bedreiging vormen voor het Westen. Volgens hen draagt de nieuwe vijand van het ‘vrije westen’ blijkbaar geen berenmuts maar een tulband.
De directeur van de Edmund Burkestichting, Bart Jan Spruyt, en de populistische opvolger van Pim Fortuyn, Geert Wilders, stelden samen een programma op voor een liberaal-conservatieve partij. Geïnspireerd door het electoraal succes van de neoconservatieven in de Verenigde Staten hopen zij ook in Nederland meer voet aan de grond te krijgen. Een belangrijk programmapunt voor deze liberaal-conservatieven is het aan banden leggen van enkele fundamentele burgerrechten voor moslims. Spruyt en Wilders pleiten ervoor om moslims in Nederland uit te sluiten van grondwettelijke rechten en vrijheden. ‘Burgerrechten moet je eerst verdienen voordat je ze zult genieten. Geen burgerschap zonder beschaving’, scandeert Spruyt in het tv-programma Nova. Beangstigend gewoon hoe deze moderne jacobijnen denken de Nederlandse democratie te kunnen redden door de democratie te onthoofden. Als zij het hebben over de vrijheid van meningsuiting, dan verdedigen zij hun aanval op de vrijheid van meningsuiting van andersdenkenden. Zij willen het spreekrecht voor iedereen garanderen als de nieuwe vijand de mond wordt gesnoerd. Deze aanhangers van het culturele ancien régime leven in een monoculturele illusie. Zij maken een karikatuur van de werkelijkheid door de nadruk te leggen op culturele verschillen en culturele fenomenen te veralgemenen. Zo houden zij een kunstmatig vijandsbeeld in stand. Door bevolkingsgroepen op te splitsen en te rangschikken volgens simplistische schema’s zoals moslim-niet-moslim, allochtoon-autochtoon en achterlijke cultuur- vooraanstaande cultuur, worden discriminaties gerechtvaardigd. De vreemdeling wordt dan herleid tot een gevaarlijke en verwerpelijke vijand die uitgesloten moet worden. Een hele cultuur wordt gereduceerd tot religie en teruggebracht tot enkele uitspraken van een profeet, citaten uit een heilig boek of extreme gebruiken. Passages uit de Koran en verfoeilijke praktijken als gedwongen uithuwelijkingen en vrouwenbesnijdenis worden gretig gebruikt om aan te tonen hoe verderfelijk de vreemde is. De vijandige vreemdeling krijgt op deze manier archetypische en zelfs onmenselijke vormen. De eigen goedheid wordt beklemtoond door te verwijzen naar de slechtheid van de andere. Op die manier wordt de Nederlandse moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert Vandergraaf niet voorgesteld als een product of creatie van de Westerse cultuur, terwijl Mohamed B. wordt afgebeeld als een symptoom van een veel groter probleem, namelijk de islamitische cultuur.
De conservatieve stromingen in Vlaanderen hebben eveneens de neiging om alle moslims op één hoopje te gooien. Ze ontkennen de intense heterogeniteit die de moslimgemeenschap kenmerkt en vervallen daardoor snel in veralgemeningen. We mogen niet vergeten dat ook in Vlaanderen de onverzoenbaarheid van de Islam met democratische normen en waarden door Verhofstadt werd geproclameerd, Dewael de islamitische cultuur als achterlijk bestempelde en Kardinaal Danneels voor een Franse revolutie in de Islamitische wereld pleitte.
Vlaanderen zit op hetzelfde kruitvat als Nederland. Dit werd nagenoeg pijnlijk merkbaar op een Terzake-uitzending met Siegfried Bracke. Nadat bijna alle Turkse en Marokkaanse organisaties de moord op Van Gogh fel veroordeelden, de Unie van Turkse Verenigingen en de Marokkaanse koepels van Antwerpse, West- en Oost-Vlaamse Moskeeën een hand uitstaken naar de Vlaamse overheid door hun raden van bestuur open te stellen voor Vlamingen, de toespraken van imams in het Nederlands te houden en ter beschikking te stellen via hun websites, kon de televisiekijker de Terzake-journalist verschillende keren aan twee islamitische studiogasten horen vragen: ‘hoe komt het dat we zo weinig horen uit islamitische hoek?’ Alsof de openlijke veroordeling van de moord vanuit de verschillende islamitische organisaties en moskeeën aan de journalist waren voorbij gegaan. Het illustreert niet enkel de vooringenomenheid van de journalist, maar vooral de moeilijkheid om niet te vervallen in een door sensatiezucht aangewakkerde polarisering. Een polarisering tussen moslims en niet-moslims die in het nadeel speelt van bemoedigende intenties van verschillende bevolkingsgroepen.
Misschien is het juist daarom dat gesprekken tussen moslims en niet-moslims zich niet mogen beperken tot achterkamergesprekken met specialisten en kabinetsmedewerkers. Opdat een dialoog tussen moslims en niet-moslims effect zou hebben, moet de dialoog doordringen tot in de wijken en verenigingen, en niet beperkt blijven tot een wollige interreligieuze bedoening. En er moet over concrete problemen gesproken worden en naar concrete oplossingen gezocht worden.
Tarik Fraihi
Redactielid
edito - allochtonen - multicultureel - Islam - integratie - Theo Van Gogh
Samenleving & Politiek, Jaargang 11, 2004, nr. 10 (december), pagina 1 tot 2
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.